Georg Hering (1884 – 1936)

Georg Wilhelmus Richard Hering werd op 4 juni 1884 geboren in Aurich, Noord Duitsland. Hij genoot zijn opleiding bij Lovis Corinth, die bekend stond om zijn monumentale schilderstijl. Hering nam die over, maar voegde daaraan een sterk kleurgebruik toe. Hij was enige tijd tekenleraar aan de Hamburgse school voor Schone Kunsten.


Georg Hering (1884 – 1936), Kermis in de herberg van Hotel Spaander (‘Happy Family’), 1919, Olieverf op Doek, 130 x 150 cm, Collectie Spaander

Vermoedelijk aangespoord door een oudere Hamburger, collega Hans von Bartels (die naar Katwijk verhuisde), kwam Georg naar Nederland. In 1910 kwam hij voor het eerst in Volendam en zette hij zijn handtekening in het gastenboek van Hotel Spaander. Erboven zette hij als rechtgeaard Duitser ”Deutschland über alles!”. Hij vestigde zich in het vissersdorp, sloot zich aan bij de internationale gemeenschap aldaar en voelde zich er spoedig thuis.


Georg Hering (1884 – 1936)

Hering werd al gauw verliefd op Alida (1881 – 1952), een dochter van Leendert Spaander, maar zij moest niets van die grote, plompe Duitser hebben. Georg verlegde daarom zijn belangstelling naar een jongere zuster van Alida, Pauline (1887- 1918), die wel inging op zijn avances. Leendert Spaander was er in eerste instantie geen voorstander van, maar na de grap met de getekende haarspelden (zie nieuwsbrief ‘De Artist Komt Bij U Binne’ nummer 1) ging hij overstag.


Georg Hering (1884 – 1936), Verlovingsportret van Georg Hering en Pauline Spaander, 1910,
Olieverf op doek, 58 x 65 cm, Collectie Spaander.

Georg Hering en Pauline Spaander trouwden in 1912. Hun dochtertje Dorothea werd geboren in 1915. Helaas overleed Pauline in 1918 aan de Spaanse griep. Hering ging in 1919 terug naar zijn geboorteland en trouwde na korte tijd met de Duitse Elisabeth Lasalle. Hij kon Volendam echter niet vergeten en wilde weer de ruige, verweerde visserskoppen schilderen. Daarom keerde hij met zijn vrouw en dochtertje terug naar Volendam.

Bij de Volendammer vrouwen viel Dorothea erg in de smaak. Waarschijnlijk te veel naar de zin van haar jaloerse stiefmoeder. Want in 1920 gooide zij Dorothea in een put waarin ze jammerlijk verdronk (zie nieuwsbrief ‘De Artist Komt Bij U Binne’ nummer 6) *. Na dit drama stortte Georg zich geheel op zijn werk, liet zich inspireren door de karakteristieke Volendammers en legde hun leven en werken vast in sterke kleuren en krachtige vormen.

*  Hoewel mevrouw Lasalle de moord op Dorothea nooit heeft bekend, werd zij op donderdag 10 februari 1921 veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf. Zij pleegde in de gevangenis zelfmoord.


Georg Hering (1884 – 1936), Vier Volendammer Vissers in Gesprek, 1929,
Olieverf op Doek, 116 x 81 cm, Collectie Spaander.

Hering liet zich ook inspireren door de verschillende stijlen en technieken die de schilders uit heel de wereld met zich meebrachten. Zoals bijvoorbeeld de Amerikaanse Schilder John Rettig die in 1922 een belichtingstechniek introduceerde die hij van Amerikaanse cineasten had overgenomen met achtergrondbelichting en tegenlichteffecten. Dat Georg Hering dat heeft toegepast is goed te zien op het schilderij ‘Vier Volendammer Vissers in Gesprek’ dat hij schilderde in 1929. En in het portret van ”t Jagertje’ dat hij met pastelkrijt tekende in 1912, zien we hem experimenteren met impressionistische technieken.


Georg Hering (1884 – 1936), Portret ’t Jagertje, 1912, pastel, 51 x 41 cm, Collectie Spaander.
(Foto: Evert Schilder)

Echter, hiermee is het verhaal niet ten einde. In 1922 trouwde Georg Hering met Louise van Meegen. Zij kregen in 1923 een zoon: Enno. Maar dat verhaal laten we vertellen in de volgende paragraaf, door Tiiu Hering, kleindochter van Georg Hering.

Geschiedenis van de familie Hering na de dood van dochter Dorothea
Tiiu Hering beschrijft op verzoek van stichting Artist Kom Binne de periode volgend op het overlijden van Dorothea en Georg Herings huwelijk met Elisabeth Lasalle als volgt:

Georg Hering (Aurich, 4 juni 1884 – Edam, 19 januari 1936), en Louise (Wies) van Meegen (‘s Gravenhage, 13 augustus 1889 – Beekbergen, 12 mei 1956), zijn getrouwd in Amsterdam op 25 januari 1922.

Waar opa Georg Hering en oma Louise elkaar hebben ontmoet, is ons niet bekend. Wel opvallend is dat ik een schilderij heb waarop tante Mag, de zus van oma Louise, is afgebeeld met als jaartal ‘1921’. Opa Georg en oma Louise zijn in 1922 getrouwd, dus misschien hebben zij elkaar ontmoet toen Mag aan het poseren was???

Opa Georg en oma Louise kregen één zoon: Enno (Georg Gustav) Hering (Aurich, 10 maart 1923 – Amersfoort, 22 augustus 1991). Het gezin Hering, opa Georg, oma Louise en vader Enno, heeft bij mijn weten gewoond aan Haven 100 in Volendam en ook een korte tijd in de Baanstraat in Edam. Klaas Dekker, eigenaar van De Fortuna in Edam, wist ons te vertellen dat zijn moeder en Enno samen gespeeld hebben.


Georg Hering, Portret van Enno (2½ jaar)
30 x 22 cm. Olieverf.

Onze vader Enno heeft in Volendam op de lagere school gezeten. Waar mijn oma Louise en vader Enno na het overlijden van opa Georg, Enno was toen 12 jaar, precies gewoond hebben weet ik niet. Wel weet ik dat Enno in Den Haag naar de HBS is gegaan, dus is het aannemelijk dat hij en mijn oma toen daar gewoond hebben.

Vader Enno werd op zeer jonge leeftijd, ongeveer 17 à 18 jaar, opgeroepen voor het

Duitse leger, omdat opa Georg zich nooit had laten naturaliseren. In die periode verhuisde oma Louise met haar zussen naar Beekbergen, waar zij in 1956 zou overlijden. Enno werd ingezet in o.a. Rusland en Noord-Afrika en kwam vanwege de verwondingen die hij opliep na een granaatinslag in een veldhospitaal in Italië terecht. Daarna kwam hij via Frankrijk in België terecht vanwaar hij gedeserteerd is en vervolgens in Den Haag ondergedoken heeft gezeten. Hij heeft zich vanuit dit onderduikadres aangesloten bij de Binnenlandse Strijdkrachten, Stootgroep 13 en nuttig werk gedaan voor het verzet.

Onze vader Enno trouwde op 8 maart 1947 in Den Haag met Hilda Helene Ristla, geboren te Hallinga, Estland op 28 december 1921. Net als vader Enno was ook zij enig kind. Hilda vluchtte gedurende de oorlog half Europa door als Rode-Kruisverpleegster en kwam in 1945 in Den Haag terecht. Onze ouders, Enno en Hilda, hebben elkaar ontmoet in Den Haag waar onze moeder Hilda als vluchteling was terechtgekomen en onze vader Enno bijlessen kreeg. Hij had zijn HBS-opleiding i.v.m. de oorlog niet kunnen afronden en heeft deze na de oorlog weer opgepakt.

Vader Enno Hering en moeder Hilda kregen twee dochters: mij, Tiiu, geboren te Den Haag op 13 juli 1947, en Elsbeth, geboren te Gendringen op 22 februari 1960. Dat de trouwdatum en mijn geboortedatum zo dicht bij elkaar liggen kwam volgens onze moeder Hilda omdat zij noch vader de benodigde papieren had. Omdat het voldoende was als één van beide partners papieren had en mijn moeder ze niet kon aanvragen in verband met de bezetting van Estland door de Russen, moesten ze wachten met trouwen tot de papieren van vader Enno uit Duitsland binnen waren.

De eerste jaren van mijn leven heb ik met mijn ouders in Den Haag gewoond. Daarna hebben we, na een korte tussenstop in Beekbergen bij de familie Van Meegen, achtereenvolgens in Gendringen, waar Elsbeth is geboren, en Silvolde gewoond.

Vader Enno en moeder Hilda zijn begin jaren ‘70 gescheiden en beiden opnieuw getrouwd. Deze huwelijken hielden echter ook geen stand. Moeder Hilda is in Leusden terechtgekomen, waar zij, inmiddels 97 jaar oud, nog steeds woont, en vader Enno heeft op diverse plekken, Wageningen, Arnhem en Amersfoort, gewoond. Hij overleed in Amersfoort op 22 augustus 1991 op 68-jarige leeftijd.

(Met dank aan Tiiu Hering.)

Wie was Crelis Bond, ‘De Pul’?
Cornelis Bond, ofwel Crelis Bond, bijgenaamd ‘De Pul’, werd geboren op 19 september 1857. Op 2 februari 1884 trouwde hij met Antje Jonk, ‘Ant van de Klater’ (1861-1929).

Het gezin van ‘de Pullen’ woonde op het adres Wijk Vll, nummer 276; bij de officiële straatnaamgeving werd dat Vissersstraat 4. Zij woonden om het hoekje, vooraan in de Vissersstraat, tegen de sloot achter het Noordeinde, dichtbij de voormalige boerderij van Japie de Lange.


Crelis Bond, ‘De Pul’. Hij komt net zijn huis uit, gaat via de brug omhoog naar de dijk en loopt dan naar Hotel Spaander.

Na het overlijden van ‘De Pul’ en Antje bleven twee vrijgezelle broers het ouderlijk huis bewonen. De boerderij en ook de woningen hebben plaats moeten maken voor de uitbreiding van de begraafplaats achter de Sint Vincentiuskerk.

‘De Pul’ was door Leendert Spaander ‘ontdekt’ als model voor de kunstschilders die Hotel Spaander bezochten. Bij het poseren kreeg hij van Leendert een kopje koffie en van de kunstenaar soms een borrel. Daarom kwam hij er graag en vaak.


Georg Hering (1884 – 1936), Portret van oude visser ‘De Pul’, 1929,
Olieverf op doek, 120 x 90 cm, Collectie Spaander.

Crelis Bond, ‘De Pul’, overleed op 30 mei 1922; hij werd 74 jaar.

Nieuwtjes en Weetjes

Wie zijn begraven in het familiegraf van Leendert Spaander?

Tiiu Hering, kleindochter van Georg Hering schreef ons: “Een zoektocht naar het graf van mijn opa Georg leidde verleden jaar naar graf A 147 achter de grote kerk in Edam. Volgens de plattegrond die ik van de gemeente ontving, is dit het familiegraf van Leendert Spaander.

Het is vreemd dat de namen van Paulien en Georg niet op de steen vermeld zijn. Onlangs kwam ik bij het opruimen van oude spullen van mijn vader Enno rekeningen uit 1986/1987 van de gemeente Edam tegen voor de bijdrage in het onderhoud van dit eigen graf.

Dit is met name interessant omdat ik in de Nieuwsbrief van Artist Kom Binne las dat de heer Van Ess zich, als directe nazaat van de familie Spaander, om dit graf bekommert.”

Kunstraadsel

Onlangs ontving de redactie van deze rondzendbrief een mail van Tiiu Hering, kleindochter van Georg Hering. Daarin legde zij ons een aantal boeiende vragen voor naar aanleiding van bestudering van enkele etsplaten, mogelijk van haar grootvader Georg Hering:

Begin 2017 kreeg ik drie etsplaten (afkomstig uit een erfenis) die vermoedelijk door mijn opa Georg Hering zijn gemaakt. Astrid Vredegoor uit Lichtenvoorde heeft ze schoongemaakt en afgedrukt.

Twee van de platen zouden van mijn opa kunnen zijn (’t Jagertje en de oude vrouw). Van de oude vrouw vraag ik me af of deze etsplaat al helemaal voltooid was of nog in een beginstadium verkeert.


De afdrukken van Tiiu Herings etsplaten van ”t Jagertje’ en van ‘de oude vrouw’.


Afdruk van Tiiu Herings etsplaat van de harmonicaspeler

Het derde plaatje, van een harmonicaspeler en drie kinderen, wijkt af doordat het plaatje anders gefacetteerd is (met ronde hoeken), terwijl de andere platen die mijn opa heeft gemaakt vierkante hoeken hebben. Volgens Astrid gebruikt een kunstenaar bij het prepareren van zijn etsplaatjes altijd dezelfde techniek. Verder ontdekte Astrid bij het schoonmaken van dit plaatje dat er ook op de achterkant een afbeelding gegraveerd was. Het lijkt een straatje of iets dergelijks te zijn.


Afbeelding met de ronde hoeken gegraveerd op de achterkant van de etsplaat met de accordeonspeler

Mijn vraag aan u als redactie is of u ook van mening bent dat ’t Jagertje en de oude vrouw van de hand van mijn opa zouden kunnen zijn en of u een idee heeft wie de harmonicaspeler (en de ‘verborgen’ ets) gemaakt zou kunnen hebben.

Na bestudering van de aangeleverde afdrukken en raadpleging van ervaringsdeskundigen op dit gebied hebben wij Tiiu’s vragen als volgt kunnen beantwoorden:

Volgens de leden van Artist Kom Binne is de ets van de vrouw voor honderd procent van je opa Georg Hering en is het ook een volwaardige ets. De vrouw die erop staat is hoogstwaarschijnlijk Geertje Karregat, bijgenaamd ‘De Zaligmaker’.

Ook van de andere etsen, ”t Jagertje’, de groep met harmonica en het straatje, denken wij dat je opa Hering de maker kan zijn. In de bijlagen vind je voorbeelden van etsen van Georg Hering met afgeronde hoeken. Dus Hering maakte etsen met vierkante èn afgeronde hoeken.

Wat de stijl van etsen betreft kan in de loop van de carrière van Georg Hering best een en ander zijn veranderd. Hering heeft zeker technieken van andere kunstenaars overgenomen tijdens zijn lange artistieke verblijf in Volendam. Bij de harmonica-ets valt de manier waarop de groep is gepositioneerd op als een manier die Hering ook op zijn schilderijen vaak gebruikte.


Voorbeeld van een gesigneerde ets van Georg Hering met een afgeronde facettering

Het straatje op de ets kan heel goed het Doolhofpad zijn dat zich naast zijn atelier in de garage van Spaander bevond. In de bijlage vind je ook een studie van Paulus Rink waarop dat Doolhofpad is afgebeeld.


De studie van Paulus Rink waarop het Doolhofpad is afgebeeld

Kortom, zolang het tegendeel niet wordt bewezen, kan ervan worden uitgegaan dat de kans groot is dat de etsen van je opa Georg Hering zijn.

Bijzonder is voorts dat een van onze ervaringsdeskundigen nadien nog een door Georg Hering gesigneerde tekening van een oude Volendammer vrouw met hul op het spoor kwam, die onzes inziens opmerkelijk veel lijkt op de door Tiiu Hering gevonden ets.


Georg Hering, Portret van een oude Volendammer vrouw met hul, 57 x 46 cm, tekening.

Onderzoek mogelijke plaatsing standbeeld(je) Dorothea Hering

Tiiu Hering, kleindochter van Georg Hering, schreef ons ook een pleidooi voor plaatsing van een standbeeld(je) van Dorothea Hering, het dochtertje van Georg Hering. Dit ter herdenking van het feit dat het op 10 oktober 2020 100 jaar geleden is dat zij werd vermoord:

“Bijna 100 jaar na haar overlijden kennen veel (met name oudere) Volendammers haar verhaal nog. ‘Vreemden’ die ervan horen, vinden het bijna niet te bevatten dat dit is gebeurd. Vraag: wordt het verhaal ook verteld aan de schoolklassen die in de herfstvakantie het activiteitenprogramma volgen in het museum, of is het voor hen te heftig?

Dorothea is de enige tante die Elsbeth en ik ooit hebben gehad, al hebben we elkaar helaas nooit mogen kennen.

Een kind dat maar een zo kort leventje heeft gehad en de laatste paar jaar van haar leven heeft geleden onder het juk van haar stiefmoeder, spreekt tot ieders (en zeker tot onze) verbeelding en verdient het om niet vergeten te worden.

Het noodlottig toeval heeft bepaald dat de kwaadaardige stiefmoeder haar gedood heeft. Als mijn opa direct met mijn (onzelfzuchtige) oma was getrouwd, was dit nooit gebeurd. Mijn oma heeft er immers ook voor gezorgd dat opa bij Paulien (Spaander (1887- 1918), red.) is begraven. Ik weet zeker dat zij Dorothea met heel veel liefde had opgenomen.”

Stichting Artist Kom Binne ondersteunt Tiiu Herings initiatief van harte en gaat zich hiervoor inzetten.