Hans Herrmann, groot Volendam-fan

Bron: Artist Kom Binne

Buitenlandse kunstenaars in Volendam

Wanneer iemand gevraagd wordt naar de items waaraan Volendam zijn bekendheid heeft te danken, dan wordt meestal geantwoord muziek, voetbal, klederdracht en paling. Wat bijna niemand weet is dat het op toeristisch gebied zo’n honderdveertig jaar geleden allemaal begonnen is met kunstenaars die Volendam ontdekten als een fantastisch schilderoord. Zij verspreidden het nieuws onder hun vakbroeders in binnen- en buitenland en een nieuwe toeristische trekpleister was geboren. Volendam ontwikkelde zich als kunstenaarsdorp met Hotel Spaander vanaf 1881 als stralend middelpunt van de kunstenaarskolonie. Inmiddels is van zo’n 1750 kunstenaars bekend dat zij in Volendam hebben gewerkt of een kunstwerk over Volendam hebben gemaakt, en ieder jaar komen er weer nieuwe namen bij. Van deze kunstenaars hebben er ruim 1100 in Hotel Spaander gelogeerd, maar ook pension Veldhuizen, Hotel van Diepen en diverse particuliere huizen werden door de kunstenaars benut als slaapplaats en plek om te werken.

De Britten kwamen het meest
Als we kijken naar de nationaliteit van de kunstenaars, dan valt op dat Volendam het meest geliefd was in Groot-Brittannië. Percentagegewijs zag de top 5 er als volgt uit:

Groot-Brittannië 34%
Verenigde Staten 16%
Nederland 14%
Duitsland 13%
Frankrijk 8%

Vooral Engelsen en Schotten bezochten Volendam dus veel tussen 1880 en 1914. En Leendert Spaander stimuleerde dat eigenhandig door met zijn dochters in klederdracht o.a. de verkoopexpositie in Londen te bezoeken van de Engels-Nederlandse kunstenaar Nico Jungmann. Tevens verzond hij ansichtkaarten met prachtige Volendamse taferelen naar alle grote kunstacademies van Europa, Volendam-promotie op z’n best. De kunstenaars die eenmaal geweest waren deden de rest. De Stichting Artist Kom Binne is in het bezit van meerdere door kunstenaars verzonden ansichtkaarten, waarin zij hun collega’s adviseren zo snel mogelijk ook naar Volendam te komen.

Hans Herrmann (1858-1942) groot Volendam-fan

Sommige kunstenaars konden van Volendam maar geen genoeg krijgen en in de komende Bedakkertjes zullen wij enkele van deze Volendam-fans in de schijnwerpers zetten.

De eerste is de Duitse schilder Hans Herrmann die volgens de gastenboeken in de jaren 1889 en 1907 in Spaander logeerde. Tevens heeft hij schilderijen in 1890 en in 1916 gedateerd zodat zeker is dat Hans Hermann Volendam minimaal 4 keer heeft bezocht. Een prachtige aquarel maakte Herrmann tijdens zijn eerste bezoek in 1889 van het gebied achter het Noordeinde rondom de Vincentiuskerk. Prominent is op dit werk de dijksloot aanwezig, een sloot die toen liep van (kort geleden) de bakkerswinkel van Van Pooij langs de dijkweg naar Edam (de weg lag toen boven op de dijk). Over de dijksloot lag hier, net als bij de Kloosterbuurt, een hoog en smal plankenbruggetje naar de overkant, richting boerderij, hooiberg en pulenhokken van Pieter de Lange (tevens timmerman). Later richting Jaap de Lange (boer en kerkmeester) en de woningen in het oudste deel van de Vissersstraat, Botsteeg en Achterstraat, nu deel van het kerkhof.

Rechtsvoor zie je het zogenaamde melkbootje waarmee de boer in de zomer naar zijn weilanden in de polder voer om de koeien te melken. Het kerkgebouw is duidelijk in zijn tweede fase: aan de noordkant (altaarkant) al wel vergroot, maar met een nog laag tussendak en lage toren die je dus niet ziet. Pas in 1906-1908 krijgt de Vincentiuskerk zijn huidige vorm.


Hans Herrmann, aquarel, 34 x 45 cm, gedateerd 1889 met opdracht aan Leendert Spaander,
Collectie Volendams Museum, nu te zien in de expositie rond de Watersnood 1916.

Hans Herrmann was in zijn tijd een begenadigd graficus en kunstschilder. Hij werd geboren in Berlijn en studeerde daar tussen 1874 en 1879 aan de Königlich-akademische Hochschule für Bildende Künste. Hij werkte hoofdzakelijk in Nederland en schilderde in een impressionistische stijl. Herrmann studeerde in Berlijn onder Otto Knille (tekenen), Christian Wilberg (kunstschilderen) en Karl Goesov (landschapsschilderen). In 1880 vervolgde hij zijn studies aan de Kunstacademie Düsseldorf bij Eugen Dücker. Hij maakte tussen 1880 en 1916 talloze reizen naar Holland. Hij schilderde vooral Hollandse stadsgezichten en vis- en bloemenmarkten met mensen in streekkostuum. In 1890 maakte Herrmann een monumentaal werk van de dijk in Volendam. Pas in 2008 werd het in Hamburg ontdekt en door een lid van Stichting Artist Kom Binne teruggehaald.


De dijk in 1890, olieverf op doek, 102 x 108 cm, collectie Lieveland De Rijp

Schilderij uit 1890 is een bijzonder tijdsdocument.
Het schilderij dat Herrmann maakte tijdens zijn tweede verblijf in Volendam toont de dijk in 1890. Aan de linkerzijde zijn de loopbruggetjes en een trap te zien die toentertijd nog de toegang naar Spaander en aangrenzende huisjes verzorgden. Aan de rechterzijde de huisjes onderaan de dijk waar nu de winkels staan, een beeld uit lang vervlogen tijden wat dit schilderij een uniek tijdsdocument maakt. De vrouw op de voorgrond met mand en petroleumkan of theestoof draagt de oude bonte dracht en hul. Daarachter de bekende was in de lijnen en keuvelende mannen en vrouwen op de dijk.


Een theestoof uit vroeger jaren

Discussie bestaat er over de kan in de linkerhand van de Volendamse . In eerste instantie werd gedacht aan een petroleumkan, destijds een veelgebruikt voorwerp. Later werd de theestoof geopperd. De ketel wordt daarbij verwarmd door de gloeiende kooltjes die onder in de stoof zitten in een stenen bak. Uiteraard kon die ook dienen om de koffie warm te houden.

Hans Herrmann schilderde graag Hollandse kusten
Hans Herrmann behoorde tot de groep Duitse landschapsschilders, meest leerlingen van de zeeschilder E.G. Dücker (1841-1916) aan de Düsseldorfer Akademie, die na 1885 met regelmatige tussenpozen naar de Hollandse kust trokken om in Katwijk en Scheveningen het vissersleven te schilderen. Vanuit Düsseldorf, waar hij in 1883 een eigen atelier begon, maakte Hermann ook zijn eerste studiereizen naar Nederland. Hij schilderde eerst een poosje in Dordrecht en zou daarna jaarlijks voor langere periodes naar Nederland afreizen, vanaf 1886 vanuit Berlijn. Herrmann kwam in 1889 naar Volendam en in 1890 voor het eerst naar Katwijk, in het voetspoor van German Grobe (1857-1938), die in 1887 zijn eerste bezoek aan dit schilderachtige vissersdorpje bracht. Karakteristiek voor de kustlandschappen van deze schilders zijn de uitgewogen kleur- en lichtwaarden en een losse, impressionistische toets. Behalve door zijn Hollandse strandgezichten werd Herrmann ook bekend door zijn rijkelijk met figuren gestoffeerde stads- en dorpsgezichten van Amsterdam, Dordrecht, Vlissingen, Rotterdam, Spakenburg en Volendam. In de jaren 1890 sloot hij zich een tijd lang aan bij de Egmondse School van Gari Melchers en George Hitchcock. Ook maakte hij, zij het minder prominent, deel uit van de Berlijnse ‘Groep van elf’ (‘Gruppe der XI’), met onder andere Walter Leistikov en Max Liebermann. Hij schilderde vooral ‘en plein air‘, in de open lucht dus. Vooral dorps-, stads-, strand- en havengezichten, met veel menselijke figuren, grauwe luchten en aandacht voor typisch Hollandse folklore-elementen. De directe visuele impressie stond altijd centraal in zijn werk, hoewel hij ook oog hield voor anekdotische details. Hermann maakte ook studiereizen naar Frankrijk en Italië (Venetië). Hij was ereburger van Berlijn. Hij overleed in 1942 te Berlijn, 82 jaar oud.

Hoe veelzijdig Herrmann was toont hij met deze schitterende pentekening in Oost-Indische inkt, gemaakt rond 1890. Met slechts het witte blad en de zwarte inkt schetst Herrmann een stemmig beeld van de Volendamse dijk en haven en de nering daaromheen. Tevens laat hij het met zijn prachtige techniek lijken alsof de dijk nat is bij regenachtig weer. Het café waarvoor vissers staan te keuvelen is de voorloper van Hotel Café Restaurant van den Hogen. Op het bord aan de gevel staat : Likeur, WIJN, Sterke drank. De visafslag was er toen nog niet. Op de voorgrond loopt een Marker visser met een mand, in de haven een Marker botter met MK in de zeilen. De bootters in de roeiboten verlenen hand- en spandiensten aan de vissers. Vooraan op de dijk ligt naast de rieten vismand een ander rieten voorwerp. Het is een aalkub, destijds een veelgebruikt vistuig. De kub werd door de kubvissers in hun kubboten met een touw aan een in de Zuiderzee staande stok bevestigd. De kub hing dan met de opening net boven de zeebodem, een soort hangende palingfuik. Doordat vissen met de kub zeer arbeidsintensief was is de methode in onmin geraakt.


Marker visser op Volendamse dijk, Oost-Indische inkt op papier, 35 x 23 cm, periode rond 1890, collectie Tandheelkundig Centrum Volendam

Een ander sfeerbeeld van de Volendamse dijk en haven toont Hans Herrmann zo’n 25 jaar later in 1916 met een fleurig olieverfschilderij. Ook hier weer gezelligheid op de dijk met zowel vissers, vrouwen en kinderen. De VD 196 ligt aan de wal en de karakteristieke vismanden staan klaar voor gebruik. Ze lijken voor een trap te staan, wellicht de trap naar het Spieringpad.


Volendammers op de dijk, olieverf op doek 1916, 41 x 30 cm, collectie Lieveland De Rijp