Hans von Bartels (1856-1913), geboren in Hamburg, was van aristocratische afkomst. Vanwege gezondheidsproblemen verbleef hij tijdens zijn jeugd vaak in Zwitserland. Daar had hij zijn schetsboekje bij zich; hij wist al op jeugdige leeftijd dat hij kunstschilder zou worden. Zijn eerste lessen kreeg hij van de marineschilder Rudolf Hardorff (1816-1907) in Hamburg. In 1876 ging hij verder studeren in Düsseldorf, toentertijd een internationaal bekend kunstcentrum. Vanaf 1880 experimenteerde hij met aquarel, een techniek die hij prefereerde boven het schilderen met olieverf. Het motto van Hans von Bartels luidde: “Wat men ziet kan men ook schilderen als men zien en schilderen kan.” Na zijn terugkeer naar Hamburg reisde hij langs de Europese kust, samen met zijn vrouw Wanda Gross, met wie hij in 1882 getrouwd was, om de diversiteit aan kustvormen tussen het Duitse eiland Rügen en het Italiaanse eiland Capri te observeren en te schilderen. Hij bracht een groot deel van zijn leven in Nederland door – vooral in Katwijk maar bijvoorbeeld ook in IJmuiden, waar hij geïnspireerd werd door de stranden van de Noordzee. In 1887 bezocht hij Katwijk voor het eerst en vervolgens ieder jaar tot zijn dood. Bij de oprichting van de ‘Kunstvereniging Katwijk’ in 1908 werd Hans von Bartels samen met Jan Toorop en Jozef Israëls direct tot erelid benoemd.
Hans von Bartels was goed bevriend met Willy Sluiter, die eveneens in Katwijk en Volendam werkte. Von Bartels had een vlotte hand van schilderen, zeer expressief met felle, krachtige kleuren. In die tijd was het Hollandse vissers- en boerenleven een bron van inspiratie voor de kunstschilders uit Duitsland. Binnenhuisjes, zeegezichten, ploeterende boeren en vissers waren geliefde onderwerpen. Als dan, zoals in Volendam, de bewoners van die vissersdorpen zo kleurrijk in klederdracht liepen, en de haven vol lag met tientallen botters, dan was dat voor veel kunstenaars een ideale plek om te werken. In 1893 zwierf Hans von Bartels vanuit Katwijk langs diverse havenplaatsen aan de Zuiderzee. Via Hoorn, Enkhuizen, Medemblik en Edam kwam hij uiteindelijk in de zonnige julimaand van 1893 in Volendam terecht.
Botters voor de wind op een woelige Zuiderzee. Gouache op papier, 49×36 cm
Collectie Tandheelkundig Centrum Volendam
In de gastenboeken van Hotel Spaander komt men de naam van Hans von Bartels voor het eerst tegen in 1893 toen hij tien weken in Volendam verbleef. Hij schilderde in die tijd vooral Volendammer genrestukken en zeegezichten.
Olieverf op doek 1893, particuliere Volendamse collectie, 34 x 45 cm
Dit schilderij is een zeegezicht aan de buitenzijde van de Volendammer haven, een impressie van de bedrijvigheid buitengaats wanneer de botters terugkomen van een week vissen op zee. Het is een grauwe avond in september 1893. Zowel het water als de lucht is grijs gekleurd en de zware golfslag geeft het water iets onheilspellends. Von Bartels heeft zelfs met donkergrijze en zwarte toetsen de zee nog donkerder gekleurd. Het is geen blijde binnenkomst, eerder een trieste thuisvaart, alsof de vloot in rouw is gedompeld. Nu was het vissersleven een hard en zwaar bestaan; in weer en wind moesten de vissers de zee op, in die tijd zelfs met open botters vissend op de Noordzee. Hier is menig botter bij een plotseling opkomende storm met man en muis vergaan. Tot 1896, toen tijdens een zware storm zeven Volendammer vissers tegelijk het leven lieten op zee. Dat betekende het einde van de Noordzeevisserij voor de Volendammers.
Op dit schilderij heeft Von Bartels de horizon hoog geplaatst, waarbij de lucht en het water bijna zonder kleurschakering in elkaar overgaan. De twee schuine golflijnen met daarboven de lange rij vissersschepen lopen diagonaal omhoog om in de uiterste rechterhoek van de horizon te verdwijnen. De botters liggen met halfgereefde zeilen in open zee voor anker om hun lading garnalen levend te houden. Het is het seizoen van de garnalenvisserij en dan is het altijd een drukte van belang bij de Volendammer haven. Tussen de botters, volgeladen met gevangen garnalen, varen in hun kleine roeibootjes de ‘booters’, oude vissers, die een paar centen proberen bij te verdienen om de schippers vanaf de botter naar de wal te brengen en later weer terug aan boord. In de vroege ochtend brengen ze opkopers en visventers naar de schuiten en helpen ze met het lossen van de vangst. Daartussendoor varen de schooljongens die een kijkje gaan nemen bij hun vader en dikwijls ’s nachts op de botter blijven om de volgende morgen hun vader te helpen met allerlei klusjes. In het halfduister bij stormachtig herfstweer heeft dit zeegezicht vooral iets dreigends.
Uitvarende Volendamse vloot tijdens mooie maannacht van zondag op maandag in 1900. Olieverf op doek, 99 x 85 cm, collectie Museum der Westküste op Föhr (DL)
Net als bij de Nederlandse schilders Piet van der Hem en Wilm Wouters horen de Volendamse werken van Hans von Bartels tot zijn artistieke hoogtepunten. In 1893 tamelijk romantisch begonnen ontwikkelde zijn werk zich steeds meer richting het rauwe vissersleven. Op het einde van zijn leven, in 1911 en 1912, is hij nog samen met zijn dochter Wera von Bartels in Volendam geweest. Wera was gespecialiseerd in porseleinkunst. Bij zijn afscheid schonk hij aan Leendert Spaander een aquarel ‘De Belastinginners’. Hans von Bartels is onterecht een tijdje vergeten geweest. Zijn schitterende schilderijen wordt de laatste jaren weer gezocht door verzamelaars en musea. In het Katwijks museum is van juli tot en met oktober een tentoonstelling over Hans von Bartels te zien.
Steenje Tuijp Volendam. Gouache op papier, 39 x 29 cm. Het werk is gedateerd 1894 en Hans von Bartels zal wel Stijntje bedoeld hebben. Particuliere collectie.
Jan Schilder “Het Jagertje” in de karakteristieke zithouding van de Volendamse mannen op de dijk in 1912. Olieverf op doek, 46 x 34 cm. Collectie Lieveland De Rijp
Volendammer met kermisroos in het vooronder van de botter met in zijn rechterhand een leeg glaasje. Olieverf op doek, 84 x 68 cm, collectie Volendams Museum
Een vishandelaar houdt een vismand klaar voor de ”booters” , mannen die hand- en spandiensten verrichtten voor de vissers en de vishandelaren en in hun roeiboot pendelden tussen de botters en de wal. Amerikaanse particuliere collectie, olie op board 1912, 46 x 33 cm.
Jonge Volendamse visser met pijp in de zomer van 1893.
Collectie Lieveland De Rijp, olie op doek, 63 x 43 cm
Lees meer op artistkombinne.wordpress.com