De Klokkenpaal van Volendam
In het verleden had Volendam een natuurlijke buitendijkse haven bij ‘t Soort, gelegen ten zuiden van het dorp bij het huidige Marinapark. Rond 1650 ontstond op deze plaats een tweede natuurlijke buitenhaven. De vloot van Volendam bestond in 1659 uit ruimschuiten, waterschepen, 13 of 14 botschuiten en ongeveer twintig kwakken. In de herfst en winter hielden ze zich bezig met visserij en handel bij de Waddeneilanden. Na herhaaldelijk verzoek werd er in 1661 uiteindelijk een palenhaven aangelegd. De vissers konden daarbij gebruikmaken van een ‘bothuysje en clock’. De functie van havenmeester werd eeuwenlang vervuld door gereformeerde bewoners van Volendam.
De havenmeester had de taak om ervoor te zorgen dat de vissers, die met hun botschuiten aanmeerden bij de visafslag, hun gevangen vis lieten afslaan onder het luiden van de klok. De merendeels katholieke vissers moesten een botpacht betalen voor elke mand vis. Van deze botpacht werd de gereformeerde kerk en school onderhouden, inclusief het salaris van de schoolmeester.
De afslagklok werd eeuwenlang geluid om de verkoop van vis aan te kondigen, evenals bij mist en ander gevaar. Rond de klokkenpaal ontstond op een gegeven moment ook een traditioneel gebruik na gesloten huwelijken. Het is niet verrassend dat de historische klokkenpaal een geliefd onderwerp was voor de vele kunstenaars en schilders die Volendam vanaf de 19e eeuw bezochten.
De klokkenpaal fungeerde eeuwenlang als afslagklok voor veilingen van vis zoals bot. In 1661 bevond zich aan deze haven al een ‘bothuysje met clock’.
De klokkenpaal stond van oudsher ter hoogte van de woning van de havenmeester. De klok werd ook geluid bij mist en ander onheil. De klokkenpaal is ook een van de drie rijksmonumenten in Volendam.
Paul Rink (1861-1903): Haven Volendam bij de klokkenpaal, olieverf op doek, 88 x 60 cm, particuliere collectie.
Paul Rink (1861-1903): Bruid en bruidegom bij de klokkenpaal, olieverf op doek, 220 x 161cm, collectie Stedelijk Museum Amsterdam.
Klokkenpaal in Volendam: in ondertrouw gaan op de Dijk
Ten tijde van het in ondertrouw gaan van een aanstaand bruidspaar, werden zij bij de ‘Klokkenpaal’ feestelijk onthaald door vrienden en familie. Alvorens het paar op de Dijk werd verwelkomd had men op het stadhuis te Edam eerst de officiële papieren getekend. Met de boot keerde het paar weer terug naar Volendam.
Aangekomen in de haven liepen zij onder luid geklingel naar de Klokkenpaal. De komst van de Burgerlijk Stand in 1811, een Franse uitvinding, maakte het voor ieder Volendams echtpaar noodzakelijk om de reis naar het stadhuis te Edam te maken. Toen de Fransen in 1813 het veld ruimden, werden veel van hun bestuurlijke hervormingen gehandhaafd en bleven de Volendammers voor dergelijke zaken naar Edam afreizen.
Geen stadhuis
Voor gemeentelijke aangelegenheden zijn Volendammers al eeuwen lang aangewezen op Edam, al 650 jaar staat daar het stadhuis van de gemeente Edam-Volendam.
Om ook een ceremonieel moment in hun eigen dorp te hebben voor in ondertrouw gaande stelletjes, bedachten de Volendammers hun eigen gebruik. Dit werd gevonden in het luiden van de Klokkenpaal, die op De Dijk stond en ook wel de “trouwklok” werd genoemd.
Op deze plek meerden de bootjes aan uit Edam met de pasgetrouwde stellen uit Volendam. Vanwege de ligging van de Klokkenpaal aan de Dijk leende de paal zich mooi voor dit gebruik. De klok werd dan versierd met attributen die iets vertelden over de aanstaande echtparen. Zo kon de trouwklok behangen worden met drankflessen en borrelglaasjes, maar doorgaans beperkte men zich tot bijvoorbeeld timmermans- of vissersgereedschap.
Visafslag
Van oorsprong had de Klokkenpaal een andere functie. Deze gaat terug naar het vissersverleden van het dorp. In de 17de-eeuwse regelementen van de haven van Volendam was opgenomen dat men alleen vis mocht verkopen als de klok van het afslaghuisje in de haven was geluid.
Daar werd in Volendam de vis aangevoerd en afgeslagen. Er diende namelijk ‘botbelasting’ betaald te worden. In 1901 kwam een gemeentelijk visafslag met eigen klokkentoren op het dak. De oude Klokkenpaal verloor hiermee zijn functie als visafslag, maar het volksgebruik bij voorgenomen huwelijken bleef behouden tot diep in de 20ste eeuw.
Veel geschilderd
De vele kunstenaars die het vissersdorp vanaf het eind van de 19de eeuw aandeden, waren onder de indruk van hetgeen zich afspeelde rondom de Klokkenpaal. Het feestelijke onthaal van het bruidspaar in deftig kostuum, het uitdelen van de glaasjes brandewijn bij de paal en de borrel na afloop in het café van Martin Spaander aan de overkant waar de feestgangers bij elkaar kwamen voor de nazit.
Artiest:H.Guinier.
In de kunstcollectie van Hotel Spaander bevindt zich een kleurrijk schilderij van de kunstenaar Guinier met dit volksgebruik als onderwerp (bovenste afbeelding). Bruid en bruidegom lopen langs de Klokkenpaal die geluid wordt door een visser. In hun kielzog bevindt zich een gezelschap in traditionele klederdracht. Het bruidspaar gaat gekleed in ondertrouw-kostuum. De vrouw draagt een sierlijke hul op het hoofd, een dunne witte doek rondom de hals met daarboven een bloedkoralen slot. Ook het donkerblauwe kletje, en de zwarte rok en muiltjes ontbreken niet. De bruidegom is te herkennen aan zijn hoge ruige muts en de zwart-zijden doek opgerold om de hals. Op zijn lage, zwarte schoenen zit een zilveren gesp bevestigd.
In onbruik geraakt
In de loop van de 19de eeuw werd de Burgerlijke Stand steeds belangrijker voor de administratie van het koninkrijk. Er werden meer en meer zaken gekoppeld aan leeftijd of het al of niet getrouwd zijn. Zoals kiesrecht, het mogen afleggen van rijexamens, inentingen van kinderen of rechten in de sfeer van uitkeringen of belastingen. Ons leven is heden ten dage ondenkbaar zonder Burgerlijke Stand. Aan het Volendammer volksgebruik is echter jaren geleden een einde gekomen, hoewel er pogingen zijn geweest deze traditie in ere te herstellen. Een oud-voorzitter van de VVV ondernam in 1957 een succesvolle poging om het oude volksgebruik weer nieuw leven in te blazen.
Het eerste stelletje dat onder luid geklingel bij de Klokkenpaal onthaald werd, waren Thoom en Geertje Veerman.
Het heeft niet mogen baten, want uiteindelijk overleefde het luiden van de Klokkenpaal bij ondertrouw niet de tand des tijds.
Steun Stichting het Burgerpad voor de onderhoud van de route met een bijdrage op NL90 RABO 0387 2041 99