Maurice Sijs (1880-1972): Belgische proever van de Zuiderzee

Kunstschilder en aquarellist Maurice Sijs werd in 1880 geboren in Gent, alwaar hij van 1893-1900 studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten. Hij kreeg o.a. les van Louis Tytgadt en Jean Delvin. Van 1900-1904 studeerde hij vervolgens aan het Hoger Instituut voor Schone Kunsten te Antwerpen bij Albrecht en Juliaan De Vriendt.

Kunstenaar zat er bij Maurice al van kleins af aan in. Toen op een keer de schoolmeester riep: “Maurice wat doet gij daar onder de bank?”, zat hij met zijn griffel op zijn lei een paardenkop te tekenen met twee bijzonder grote neusgaten! Dat was hem opgevallen bij dat paard in de wei toen hij naar school ging…

Na zijn studie maakte Maurice Sijs van 1906-1923 deel uit van de kunstenaarsgroep in en rond het plaatsje Sint-Martens-Latem en de rivier De Leie. Hij raakte o.a.
bevriend met later beroemde Belgische schilders als de gebroeders Gustave en Léon De Smet, die reeds in 1907 Hotel Spaander te Volendam bezochten. Waarschijnlijk is dat de aanleiding geweest voor het eerste bezoek van Maurice Sijs aan Volendam in 1910, getuige zijn handtekening in het gastenboek van hotel Spaander. Overigens was Maurice Sijs in het bezit van een voormalige vissersschuit, ’t Nest genaamd, die als atelier en woongelegenheid was ingericht. Daarmee ging hij vaak voor korte of langere tijd op zwerftocht en trok dan o.a. langs de Westerschelde, Veere, Volendam en Edam.

Olieverf op doek, 51 x 32 cm. Rechtsonder gesigneerd VD. Aan zijn handtekening en schilderstijl te zien is dit werkje uit zijn eerste periode in Volendam (VD). Hij verbleef toen van 10 juni tot eind oktober 1910 in Hotel Spaander. Het groene ophaalbruggetje bestaat niet meer. Het verbond de Dijk via het Spieringpad met de Meerzijde en was later niet meer nodig toen het water geen doorgaande vaarroute meer had. Achter het bruggetje is het Brijkie te zien.

Situatie in 1906, rechts de huisjes achter de dijkwoningen, links de Meerzijde met het jacht van Duif en de nu verdwenen brug van Spieringpad naar Meerzijde.

De atelier-woonboot van Maurice Sijs had van 1913-1920 zijn uitvalsbasis in Dordrecht en van 1920-1923 in Afsnee bij Gent. Vanuit Dordrecht werden Volendam en Edam ook aangedaan

Opnieuw naar Volendam
Maurice Sijs heeft in 1910 de smaak van Volendam te pakken gekregen en ook in 1911 maakt hij een prachtig werk van varende botters op de Zuiderzee. Van 1914 tot en met 1918 huurde Maurice Sijs woon- en atelierruimte in de dijkwoning Haven 100. Hij verbleef in die tijd zeer regelmatig in Volendam en hield in het pand ook verkoopexposities in samenwerking met collega-kunstenaar Georg Hering. Vanuit de raampartijen aan de voorzijde boven had Sijs een riant uitzicht over haven en zee.

In- en uitvarende botters 1911, olieverf op doek, 56 x 69 cm

Links Georg Hering (31 jaar) en rechts Maurice Sijs (34 jaar) met zijn echtgenote Hélene. Zij hangen uit de bovenramen van Haven 100, op het uithangbord staat “Volendammer Kunsttentoonstelling” Foto uit 1915.


Op deze foto van de zijkant van Haven 100, waar zich de ingang bevindt, is te zien dat de (verkoop)expositie van juni-oktober plaatsvindt en de toegang 25 cent bedraagt, best een aardig bedrag voor 1915. Waarschijnlijk zal naast het werk van Sijs ook werk van zijn collega Hering in de tentoonstelling hebben gehangen en wellicht nog van andere kunstenaars.

Op deze foto Haven 100 met een ander uithangbord waarop staat “Volendam Artists Exhibition”. Hier werd het dus al wat internationaler aangepakt. Toen Maurice Sijs in 1918 uit Volendam vertrok met zijn woon-atelier schip werd Haven 100 het woon-werk terrein van Georg Hering.

Haven 100 is door zeilenmaker en cafébaas Frits Veldhuizen, die een pension dreef op de Edammerweg (nu Dreamstyle lingerie), ooit aangekocht om de bij hem logerende kunstenaars atelierruimte te verschaffen. Maurice Sijs werd een goede vriend van de familie Veldhuizen. Hij schilderde o.a. dochter Jannette uit.

Eenden in de haven, gouache op paneel, 38 x 48 cm. Vanuit zijn bovenraam in Haven 100 kon Maurice Sijs dit soort taferelen perfect schilderen.

Uitvarende botters, tempera op papier, collectie Spaander

Het Jagertje met gortemetiel 1918, aquarel op papier, 48 x 38,5 cm


Uitvarende botter 1916, tempera op karton, 28 x 31,5 cm. Toen A.P. Schotel naar Volendam kwam om “de botter in zijn macht te krijgen” ontmoette hij Maurice Sijs, die hem o.a. de techniek met tempera (verf met eigeel) bijbracht. Maurice Sijs en A.P. Schotel kunnen wel als de meest bedreven botter – en waterschilders uit de Volendamse kunstenaarskolonie worden beschouwd.

Thuis varende botters met ger eefde zeilen, olie op doek, collectie Museum voor de Schone Kunsten in Gent. Reeds op 25-jarige leeftijd had Maurice Sijs werk hangen in het museum van Lille in Frankrijk. Later volgden ook musea in Deinze en Brussel, alsook het Zuiderzeemuseum. Het werk van Maurice Sijs hangt in talrijke privéverzamelingen, hij heeft nog steeds een vaste schare bewonderaars.

Noordeinde, tempera op karton, 31,5 x 36 cm. Op palen de stallingen van de visventers voor o.a. de hondenkarren en handkarren. Na de watersnood van 1916 waren die “schuurtjes” niet meer toegestaan.

Maurice Sijs geliefd in Volendam
Ant. W. Wilten schreef op 16 november 1918 het volgende in de “Wereldkroniek”: “Ik heb van mijn leven al heel wat ateliers bezocht. Maar van geen atelier is mij de heugenis zo lang bijgebleven als dat van Maurice Sijs te Volendam. Het ligt vlak aan de Zuiderzee. Het is een gewone, ruime visserswoning tot atelier uitgebouwd. Maar het gezicht op de Zuiderzee is er oneindig. Een beweeg en gezeil op afstand, vlak ervoor, het door de Volendammers druk begane wegje langs de zee en aan de wal gemeerd de vele botters en vaartuigen, bemand door de zo typisch uitgedoste Volendamse bevolking. Sijs is met hen samengegroeid. Hoewel hij geen Volendamse tot vrouw heeft, toch heeft hij zich met de Volendammers zo geassimileerd, dat hij een der hunnen is geworden, zonder de “nationale” kleding, wel te verstaan. Zij hebben hem lief omdat hij met hen weet op te schieten. Zij zijn er wat trots op dat die knappe schilder, die zoveel “vreemden” naar Volendam lokt, bij hen totaal is ingeburgerd. En “meneer” Sijs is dan ook een der “geziene” notabelen van het dorp!

Havenhoek Volendam, olieverf op doek. De trap schuin tegenover d’oude Helling. Later kwamen hier schoenwinkel Evert Pen en Vivowinkel Sijmen van Grietje Mol. Er liep destijds een dijksloot achter het Zuideinde die op deze plek de hoek om ging en naar binnen liep. Op de achtergrond de zeilen van de botters in de haven.

Sijs hield Volendam in gedachten
Na zijn vertrek uit Volendam in 1918 schilderde Sijs nog tot 1923 vanuit Dordrecht, alwaar hij met zijn woonboot ’t Nest bivakkeerde. Daarna trok hij zich definitief terug in een vast atelier te Gent. In 1927 schreef Het laatste Nieuws: Maurice Sijs is de schilder van de zee; de zee, in de glans van het blijde zonlicht, de zee gezien op een grauwe, droeve dag, de zee met sloepen en schepen, de zee in haar diepste eenzaamheid.

Uitvarende botters, olie op doek, part. Volendamse collectie

In 1969, op 89-jarige leeftijd, werd Maurice Sijs in het stedelijk bejaardentehuis in Gent opgenomen. Hij leed aan reuma en beschikte over een kamer waarin hij kon tekenen en schilderen, hetgeen hij aanvankelijk deed. Het waren schetsen van Volendam en Edam en paneeltjes met boten, zo diep zat het heimwee naar de beste jaren van zijn leven.

Lees meer op artistkombinne.wordpress.com

Stichting Artist Kom Binne, maart 2020

Bron: Maurice Sijs door Guido Sijs en Jos Murez