door André Kes
In het verleden kende Volendam verschillende buurtschappen met volksnamen, waaronder ’t Soort, het Landje, het Werfje, het Fokkie, de DikkeBokkeBekkebuurt (Sijmen Molstraat), de Kloosterbuurt maar ook het zogenaamde Gheel. Het (Klein-)Gheel was in de jaren 1930 gelegen rond het landinwaarts gelegen deel van de huidige Vissersstraat (in oudere spelling Visschersstraat) en een deel van de St. Gerardusstraat.
Een deel van het enige jaren na 1910 ontstane volksbuurtje het Gheel, genesteld naast de later grotendeels gedempte sloot, die zich hier kronkelig door het landschap bewoog en verbonden was met de Kerkebreek, een watertje gelegen naast de pastorie. Aan de linkerkant van de sloot is het gedeeltelijk zichtbare weiland van Siem Buijs ‘de Mereboer’ te onderscheiden, waar zich vanaf begin jaren 1920 het plaatselijke voetbalveld bevond. Een naast het voetbalveld gelegen zanderig veldpad, komende uit de richting van de Botterstraat, komt uit op een bruggetje over de sloot naar het Gheel.
Het Gheel, gelegen naast het tussen de Roerstraat en Vissersstraat gelegen voetbalveld in Volendam, kreeg volgens overlevering zijn naam genoemd naar de toentertijd om meerdere redenen bekendstaande plaats Geel in België. In Volendam werd de gelijknamige woonbuurt doorgaans aangeduid met de oude spellingwijze. De benaming het Gheel strekte zich steeds verder uit naarmate er meer nieuwe huizen in de buurt werden gebouwd.
Men kon zeker eind jaren 1940, en waarschijnlijk al geruime tijd eerder, vanuit de Botterstraat via een naast het voetbalveld gelegen moerassig veldpad over een bruggetje het Gheel bereiken. Veel Volendamse meisjes gebruikten deze looproute om via de Lambertusstraat naar de noordelijke ‘Zustersschool’ te gaan. Deze Mariaschool, opgericht in het begin van de jaren 1890, was de eerste rooms-katholieke school in Volendam en werd beheerd door de zusters Dominicanessen.
Deze luchtfoto uit beginjaren 1930 laat de situatie rondom het Gheel en ’t Land van Pelk zien, jaren vóór verplaatsing van het voetbalveld, uitbreiding graf achter de kerk en de aanleg van de verbindingsweg Roerstraat het Gheel en de Botterstraat (C.J. Conijnstraat).
Legenda.
1. Voormalig voetbalveld. 2. Vissersstraat. 3. Sloot. 4. St. Gerardusstraat. 5.Roerstraat. 6. St. Vincentiuskerk. 7. De pastorie. 8. Begraafplaats (vóór uitbreiding). 9 Kerkebreek. 10. Lambertusstraat. 11. Botsteeg. 12. Achterstraat. 13. Zustersschool. 14. Bruggetje naar de dijk aan het Noordeinde. 15. Doolhof. 16. Botterstraat (C.J. Conijnstraat).
In de jaren 1940 bevonden zich ook enkele middenstanders in dit typische woonbuurtje, waar hoofdzakelijk vissersgezinnen hun thuis hadden gevonden. Toen bevond onder andere de groentezaak van Piet Jonk zich op St. Gerardusstraat nr. 3. En natuurlijk is in deze straat ook slagerij Runderkamp (‘Bakkertje’) niet meer weg te denken. Een opvallende naam van een ondernemer in een ouder naastgelegen buurtje betrof bakker Hein Pelk (1905-1976), wiens bakkerszaak was te vinden in de Vissersstraat waar hij ook woonde. Hein was in 1921 in de voetsporen van zijn vader Hendrik Pelk (1852-1921) getreden. Deze Hendrik, afkomstig uit Zaandijk, was daar in 1879 neergestreken na de aankoop van een stukje grond van Abelius (Bertus) Hendericus Nabbé (1835-1902), in goede doen ooit bezitter van meerdere percelen op het achter het Noordeinde gelegen land.
Het hart van ’t Land van Pelk. Bakker Hendrik Pelk en zijn vierde echtgenote Geertje Verman met een aantal nazaten poseren voor de fotograaf (foto: archief Jan Schilder (Vik).
Het door Hendrik van Bertus verkregen stuk land werd benoemd tot ’t Land van Pelk, en hoewel die buurtnaam in mindere mate in omvang toenam dan in het geval van het Gheel uiteindelijk het geval zou zijn, was ook deze naam meegegroeid met de ontwikkeling van de buurt.
Een levendige Vissersstraat in ’t Land van Pelk, gezien in de richting van de dijk aan het Noordeinde van Volendam. Na het eerste huis links ziet men de afslag naar de Botsteeg. Aan het einde van de straat rechtsaf bevond zich bij de sloot een ophaalbruggetje naar de dijk.
Op zijn hoogtepunt omvatte ’t Land van Pelk in grote lijnen in elk geval een deel van de latere Vissersstraat, de Botsteeg en Achterstraat.
John Rettig (Cincinnati, 5 september 1858 – aldaar, 1 mei 1932) was een Amerikaans kunstschilder. Hij schilderde kort na 1900 en in de jaren 1920 diverse periodes in Volendam en staat te boek als degene die het vissersdorp bekend maakte in Amerika.
Dit schilderij is gemaakt vanaf het wandelpad naast de St. Vincentiuskerk en geeft een beeld van het ophaalbruggetje die de Vissersstraat en het rechts gelegen Noordeinde aan de dijk met elkaar verbond. De links bij de dijksloot gelegen hooischuur van boer Jaap de Lange grensde indertijd aan ‘t Land van Pelk.
Via de Vissersstraat kon men niet alleen de Volendammer dijk aan het Noordeinde bereiken maar zo nodig ook de ingang van de St. Vincentiuskerk en het Doolhof.
Via dit wandelpad kon men niet alleen de ingang van de kerk vinden maar ook het aan het einde van de wandeling zichtbare Doolhof (voorheen het Landje). Het rechts gelegen hek en een deel van de kerk(e)tuin met bomen maakten later plaats voor parkeerruimte. De dijksloot links liep aan het einde over in de Kerkebreek.
De bewoners van het Gheel konden de kerk en de Botterstraat en omgeving beter bereiken toen in 1950 de Roerstraat werd aangelegd met een verbindingsweg naar het Gheel. De toenmalige Botterstraat (in fasen geheel omgedoopt tot C.J. Conijnstraat) werd toen tevens ontsloten met het Gheel én verbonden met de Roerstraat.
Het Gheel werd in 1950 eindelijk met een verbindingsweg ontsloten met de rechts gelegen Roerstraat. De ontsluiting met achter de hoop aarde aan het einde van de weg links gelegen Botterstraat (nadien C.J. Conijnstraat) lijkt hier nog niet helemaal afgerond. Deze verbindingsweg draagt intussen al heel wat jaren de naam St. Vincentiusweg.
Grenzend aan ’t Land van Pelk en naast de in 1860 gebouwde St. Vincentiuskerk, bevond zich ook een bescheiden graf. Op een zeker moment maakte ’t Land van Pelk zelfs ook deel uit van het groeiende woonbuurtje het Gheel. Niettemin hield men beide namen nog geruime tijd levend in het alledaagse taalgebruik, afhankelijk van de specifieke plek waarnaar men verwees.
Vanaf een trappetje bij de dijk aan het Noordeinde liep men over een ophaalbruggetje naar ‘t Land van Pelk. Aan de linkerzijde bevindt zich de achterkant van de St. Vincentiuskerk, terwijl aan de rechterkant de Vissersstraat te zien is, die op een bepaald moment overging in het latere volksbuurtje, het Gheel.
In de jaren 1980 werd wegens de bevolkingsgroei de roep om meer ruimte voor een uitbreiding van de begraafplaats achter de kerk steeds sterker. Dit zou fataal blijken voor de bewoning op ’t Land van Pelk en daarmee ook voor een deel van het Gheel. In het begin van de jaren 1990 werden de laatste huizen in het volksbuurtje ’t Land van Pelk, dat inmiddels deel uitmaakte van het uitgebreide Gheel, ondanks hevig protest van de overgebleven bewoners door de gemeente opgekocht en gesloopt.
Een belangrijk deel van twee deels overlappende volksbuurtjes viel, alle protesten ten spijt, ten prooi aan de slopershamer. Binnen afzienbare tijd zou de begraafplaats de vrijgekomen ruimte achter de kerk innemen.
Achteraf gezien blijkt een deel van deze sanering mogelijk onnodig te zijn geweest, gezien de groeiende populariteit van crematie ten opzichte van begraven sinds die tijd. Ongeacht de tijd, zal de echo van de kinderrijke volksbuurten en hun poëtische namen echter nog lang naklinken in de straten van Volendam.
Bronnen:
• Volendammer stratenboek: ken je nog het Doolhof en het Zwarte Pad?: verklaring van de officiële, historische en volksnamen van de straten, wijken, pleinen en grachten te Volendam [1989], door Dick Brinkkemper (1930-2011).
• Jaarboek Vereniging Oud Volendam, 1997, artikel ‘DE FAMILIE PELK’ door Jan Schilder (Vik), p. 6 t/m 20;
• Volendam als pluimveecentrum. En de pulenboer… hij ploeterde voort. Door Jan en André Kes, 2015;
• Diverse jaargangen van Nieuw-Volendam (de Nivo).
Lees hier alles over Hans Hermann
Steun Stichting het Burgerpad voor de onderhoud van de route met een bijdrage op NL90 RABO 0387 2041 99