Een klein aquarelletje van Paul Signac hing jarenlang aan een roestige spijker in deHerberg van Hotel Spaander tussen de vele andere werken die de kunstenaars aan Leendert Spaander hadden geschonken. In een overzicht van de werken dat Leendert in 1945 had getypt voor zijn dochter Alida meldde hij ‘een gezicht op Saint Tropez’ dat ene Paul Signac had geschonken. Maar het was duidelijk een gezicht op de Volendammer haven. Hoewel een klein groepje kunstkenners al grote belangstelling toonde bij het lezen van deze naam, besteedde niemand in het hotel er enige aandacht aan. Pas in de voorbereiding van de grote overzichtstentoonstelling van ‘Volendam Kunstenaarsdorp’ in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen in 2009 realiseerde men zich wat het grote belang was van dat kleine schetsje, gemaakt door een wereldberoemde kunstenaar! Het kreeg een ereplaats op de expositie. Er werd daarna veel voorzichtiger mee omgesprongen, want dit is een van de belangrijkste werken van de collectie Hotel Spaander!
Paul Signac, Gezicht op de Zuiderhaven van Volendam, 1896, Collectie Hotel Spaander Volendam.
Paul Signac, geboren op 11 november 1863 in Parijs en ook daar overleden op 15 augustus 1935, was de zoon van een Parijse koopman met een hoedenmakerij. Doordat de zaken voorspoedig verliepen, kon hij het zich veroorloven om zijn studie architectuur op te geven en zich volledig aan de kunst te gaan wijden. Tot 1882 zou hij echter op dat gebied geen enkele opleiding volgen. Het was de aanblik van de impressionistische werken die zijn creativiteit zou opwekken. Op zijn vijftiende ging Signac met potlood en papier naar de vierde expositie van de impressionisten, waar hij aan de hand van het werk van Edgar Degas schetsen maakte. Toen Gauguin hem in de gaten kreeg, smeet hij Signac woedend de zaal uit terwijl hij riep: “Hier wordt niet gekopieerd!“ Signac schreef zich hierna in voor de École des Beaux Arts en nam tegelijk les bij Siegfried Bin, schilder en toenmalig burgemeester van Montmartre. In Montmartre woonde en werkte hij een tijd samen met andere schilders en ontwikkelde hij, gefascineerd door de impressionisten, een losse, dikke en kleurrijke toets. Later liet Signac zich echter meer inspireren door de streng uitgewerkte composities van Eugène Delacroix.
Paul Signac in 1923.
In 1884 leerde Paul Signac Georges Seurat kennen. Ondanks hun sterk verschillende karakters zouden de twee goed bevriend raken. Samen met Seurat en enkele andere kunstenaars richtte Signac de ‘Société des Artistes Indépendants’ op. Het was niet zijn doel om, net als de impressionisten, kunstenaars onder een bepaalde vlag te scharen, maar meer om onafhankelijke geesten samen te brengen met de bedoeling alternatieve exposities te organiseren. Met Seurat, die ook tapijtontwerper was, ontwikkelde Signac, zich baserend op de wetenschappelijke theorieën en vindingen van Michel-Eugène Chevreul, Ogden N. Rood en Charles Henry, een schilderstijl die later het ‘pointillisme’ of ‘divisionisme’ genoemd zou worden. Zij mengden hun kleuren niet op het palet of op het doek en combineerden deze alleen met wit. De ‘zuivere’ kleuren werden in vele punten aangebracht, zodat zij voor de toeschouwer, mits op de juiste afstand gezien, optisch tot één genuanceerd kleurenscala vervloeiden.
Paul Signac, Volendam, Barques de Pêche, 1896.
Paul Signac is zijn hele leven in deze stijl blijven schilderen en heeft vele kunstenaars geïnspireerd. Velen van hen lieten na een tijdje het pointillisme los omdat deze manier van werken zeer arbeidsintensief en streng in de leer was. Bekende volgelingen zijn onder anderen de Fransman Camille Pissarro, de Belgen Théo van Rijsselberghe en Henri van de Velde en de Nederlanders Jan Toorop en Ferdinand Hart Nibbrig.
Paul Signac, Le Port de Volendam, 1896, Van Gogh Museum Amsterdam.
Signac schilderde voornamelijk havens en schepen en werkte zowel op locatie als in zijn atelier. Van veel schilderijen werd eerst op locatie een studie in aquarel gemaakt, soms met extra aantekeningen over kleurtoepassingen in het latere schilderij. Anders dan de secuur uitgewerkte pointillistische schilderijen zijn de aquarellen snel, maar zeker virtuoos gepenseeld. Na 1890 werden zijn puntjes wat groter neergezet. In zijn beste werken wordt door optische menging een harmonische en uitermate sterke lichtwerking verkregen.
In 1890 voegde Signac zich bij ‘Les Vingt’ of ‘Les XX’, een groep radicale Belgische artiesten die rebelleerden tegen het verouderde academisme en de verouderde artistieke standaarden. Zij deden veel voor de verspreiding van de ideeën van het impressionisme en post-impressionisme en vormden het bekendste forum voor het symbolisme en de Art Nouveau. Bekende leden waren James Ensor, Théo van Rijsselberghe, Fernand Khnopff en later sloten ook Auguste Rodin en Jan Toorop zich erbij aan.
Signac raakte bevriend met Théo van Rijsselberghe die in1893 al het gastenboek van Hotel Spaander had getekend. Samen met hem ging hij op reis naar Nederland in 1895. Signac schilderde onder andere in de havens van Amsterdam en Vlissingen en beide mannen schilderden de haven van Volendam in pointillistische stijl. Signac maakte ook een aantal aquarellen van de haven. In 1906 is hij nog een keer terug geweest, maar heeft toen voornamelijk de Rotterdamse haven geschilderd.
Paul Signac, Gezicht op het Kleiperk in Volendam, 1896, inkt en waterverf op papier, 20,5 x 27 cm
Paul Signacs invloed op de moderne schilderkunst is moeilijk te onderschatten en zijn werken hangen in alle grote musea van de wereld, onder andere in het Van Gogh Museum in Amsterdam, de Hermitage in St. Petersburg, het Metropolian Museum of Art in New York, de National Gallery in Londen en het Musée d’Orsay in Parijs.
Théo van Rijsselberghe, Port Entrance at Volendam, 1896, Museum Thyssen- Bornemisza in Madrid.
Bronnen: