Visafslag sint-vincentius

Gesponsord door: Hansel salades en sauzen

Historische achtergrond
In het verleden had Volendam een buitenhaven bij ‘t Soort, gelegen ten zuiden van de huidige haven. Die naam is volgens overlevering een verbastering van ‘Z(uider)oort’. Deze verwijst naar de oorspronkelijke woonplaats Zuiderwoude van de katholieke ontginners die daar in de eerste helft van de 14e eeuw neerstreken. Het is waarschijnlijk dat de nazaten van deze ‘kolonisten’ behoorden tot de latere generaties boeren en vissers van Volendam.

Palenhaven met bothuysje
Rond 1650 groeide de behoefte aan een nieuwe en veiligere buitenhaven in Volendam, vanwege de groeiende bevolking van vissers in deze omgeving. Na aandringen bij de overheid werd de haven hier in 1661 aangelegd als een palenhaven. Het ‘bothuysje’ diende daarbij als verkooppunt voor vis, vooral bot. De haven is door de eeuwen heen meerdere malen verbeterd en uitgebreid. De laatste grote verandering vond plaats in 1883 met de aanleg van de Zuiderhaven. Later werd een houten visafslag gebouwd op de huidige locatie aan de dijk, die het nieuwe centrale punt van de haven werd.

Slag om de Afslag
Op 18 november 1900 werd onder de vlag van de gemeente een visafslag opgericht, vanwege de geplande directe tramlijn tussen Amsterdam, Kwadijk, Edam en Volendam. Deze visafslag werd in 1901 op deze locatie gebouwd en in 1902 al uitgebreid. In datzelfde jaar werd de Katholieke Visventersvereniging St. Antonius opgericht, die een boot aanschafte om de venters ‘s ochtends vroeg naar Amsterdam te varen om daar hun verse vis te verkopen. Na enige tijd ontstonden geruchten dat de opbrengst van de gemeentelijke visafslag niet (geheel) ten goede kwam aan de gemeenschap. Op 29 augustus 1918 richtten de vissers om die reden een coöperatieve afslagvereniging op, om de vis voortaan zelf te kunnen veilen. Dit leidde tot een hevig conflict met het gemeentebestuur, maar uiteindelijk kwamen de vissers als winnaars uit de strijd. De gemeente stemde vervolgens zelfs in met het verhuren van de voormalige gemeentelijke visafslag aan de coöperatieve vereniging.

En de Zuiderzee werd IJsselmeer
Na de afsluiting van de Zuiderzee in 1932 veranderde het water in het IJsselmeer. Ondanks de verwachtingen kreeg de visserij in het zoete IJsselmeerwater toch een nieuwe kans, met name door de “wederkomst” van paling en snoekbaars.

Nieuw afslaggebouw
In 1934 besloot de Coöperatieve Afslagvereeniging G.A. ‘St. Vincentius’ een nieuwe visafslag te bouwen op betonnen palen met een houten opbouw. Het gebouw werd ingezegend en feestelijk geopend op zondag 8 september 1935. Ook de nieuwe afslag bood al snel een vertrouwd beeld in de haven van Volendam.

De Afslag als monumentale blikvanger, trefpunt, cultuurdrager én havenkantoor.  Door verschillende factoren, zoals beperkingen van overheidswege, veranderingen in waterkwaliteit en de bescherming van de aalscholver, is de IJsselmeervisserij en -vloot geleidelijk aan afgenomen. Hierdoor functioneert het pand niet langer meer als visafslag, maar werd het in 1999 wel erkend als een Rijksmonument. Het wordt tegenwoordig gebruikt voor culturele evenementen en andere ideële doeleinden. Het naastgelegen Havenkantoor fungeert nu als werkplek van de havenmeester.

Willem van den Berg (1886-1970). Volendamse vissers in de haven. Olieverf op doek, (70,5 x 91cm).

Gesponsord door:

Historische achtergrond bij het Rijksmonument: De Volendammer visafslag (Haven 43)

Door André Kes

Ten geleide
In het verleden had Volendam een buitenhaven bij ’t Soort, gelegen iets ten zuiden van de huidige haven van het Marinapark. Volgens de overlevering is ’t Soort waarschijnlijk een verbastering van de naam ‘Z(uider)oort’, wat verwijst naar de oorspronkelijke woonplaats Zuiderwoude van de katholieke ontginners die even na 1300 in deze contreien neerstreken. Het is zeer waarschijnlijk dat de nazaten van deze ontginners behoorden tot de latere generaties boeren en vissers van Volendam.

Palenhaven met bothuysje
Rond 1650 werd de vraag naar een nieuwe, veiligere buitenhaven in Volendam steeds groter, omdat er steeds meer vissers in de buurt van de huidige haven kwamen wonen. Na enig aandringen bij de overheid werd de haven uiteindelijk in 1661 aangelegd. Het was een palenhaven.

In het midden de palenhaven van Volendam en rechtsonder bevond zich indertijd de bij ’t Soort gelegen eerste (natuurlijke) buitenhaven (kaart van Klaas Kos uit 1777)

De visserij kon daarbij gebruik maken van een ‘bothuysje en clock’. Dit huisje diende als losplaats en verkooppunt voor zuiderzeevis, waaronder bot. Het bevond zich op de locatie van de noordwesthoek van de huidige haven, in de nabijheid van de klokkenpaal die overigens niet alleen voor veilingen van vis werd geluid.

De visserij kon daarbij gebruik maken van een ‘bothuysje en clock’. Dit huisje diende als losplaats en verkooppunt voor zuiderzeevis, waaronder bot. Het bevond zich op de locatie van de noordwesthoek van de huidige haven, in de nabijheid van de klokkenpaal die overigens niet alleen voor veilingen van vis werd geluid.
De haven is door de eeuwen heen meerdere keren verbeterd en uitgebreid. In 1883 vond de laatste grote verandering plaats met de aanleg van de Zuiderhaven. Hierbij werd de uitgegraven klei achter het noordelijke Havendijkje en Hotel Spaander gestort. Na verloop van tijd werd een houten visafslag gebouwd ter hoogte van de huidige locatie aan de dijk, die het nieuwe centrale punt van de haven zou vormen.

Slag om de Afslag
Op 18 november 1900 werd namelijk onder de vlag van de gemeente een nieuwe visafslag opgericht. Dit besluit werd genomen vanwege de geplande directe tramlijn Amsterdam-Kwadijk-Volendam, die ervoor zou zorgen dat de geveilde vis sneller naar Amsterdam en het buitenland kon worden vervoerd. In dat jaar bestond de vloot in de thuishaven uit 177 kwakken (grotere botters/vissersschepen) en 22 kleine botters. Deze visafslag werd in 1901 gebouwd. In februari van 1902, slechts enkele maanden na de opening, bleek een uitbreiding van het gebouw al noodzakelijk.

De afslag, die oorspronkelijk in 1901 werd gebouwd en in 1902 al werd vergroot, was eigendom van de gemeente.

Het vislokaal werd daarna verdubbeld in grootte, en beide delen werden verbonden door een plat dak waarop een afslagklok werd geplaatst. In 1905 werd naast de afslag een kantoortje gebouwd waar de administratieve taken van de visafslag werden uitgevoerd.

Rechts de voorzijde van het in 1905 naast de afslag gebouwde administratiekantoor. Op het dak van de afslag is de veilingklok te zien

In 1902 werd de Katholieke Visventersvereniging St. Antonius opgericht. De vereniging schafte een boot aan waarmee de venters ‘s ochtends vroeg naar Amsterdam werden vervoerd om daar hun verse vis te verkopen.

De ventersboot ligt aangemeerd voor het kantoor- en veilinggebouw

Na verloop van tijd circuleerden er geruchten dat de opbrengsten van de visafslag, die eigendom was van de gemeente, niet helemaal of zelfs helemaal niet ten goede kwamen aan de gemeenschap.

Een kijkje in de visafslag dat ook wel ‘het Goudmijntje’ werd genoemd en waarvan de gemeentelijke opbrengsten niet op de juiste plaats van bestemming zou komen

Op 29 augustus 1918 richtten de vissers eindelijk een coöperatieve afslagvereniging op, waardoor ze zelf de vis konden veilen vanuit een niet-gemeentelijk gebouw aan de haven.

Voorzitter Bruin Kwakman (‘Bruin van Kesie’, 1883-1944)
Secretaris Jacob Zwarthoed (Jaap “Doede”, 1875-1953), beiden waren mede-oprichters van de Coöperatieve afslagvereniging in 1918

De ‘opstand’ rondom de visveiling in Volendam resulteerde in een kort maar intens conflict met het gemeentebestuur. De goed voorbereide vissers, met de nodige geestelijke en juridische ondersteuning, kwamen als overwinnaars uit de strijd. Nadat de crisis binnen het gemeentebestuur was opgelost, stemde de gemeente eind 1918 op verzoek van de coöperatieve vereniging in met het verhuren van de voormalige gemeentelijke visafslag. De veilingen werden vervolgens weer gehouden op de vertrouwde locatie, maar nu onder de vlag van de zogenaamde ‘Cooperatief’.

Het nieuwe opschrift van “De Cooperatief" is vanuit deze hoek goed zichtbaar.

En de Zuiderzee werd IJsselmeer
Daags voor de afsluiting van de Zuiderzee op 28 mei 1932, werden op verschillende plaatsen langs de Zuiderzee de vlaggen halfstok gehangen. Velen waren ervan overtuigd dat de visserij met de komst van de Afsluitdijk definitief ten einde zou komen.

De vlag op de 'Coöperatieve Vischafslag' in Volendam hangt eind mei halfstok vanwege de afsluiting van de Zuiderzee. Het havenkantoortje aan de rechterkant is behouden gebleven en bevindt zich momenteel in het buitenmuseum van Enkhuizen

Met de bouw van de Afsluitdijk transformeerde de voormalige Zuiderzee in het IJsselmeer. Tegen alle verwachtingen in kreeg de visserij in het nu zoete IJsselmeerwater toch een nieuwe kans, met name door de “wederkomst” van paling en snoekbaars. Deze vissen bleken zich uitstekend aan te passen aan het nieuwe water.

De heerlijke IJsselmeerpaling bracht voorlopig uitkomst en werd gewogen aan de afslag.

Na de afsluiting van de Zuiderzee bleef de houten visafslag nog enkele jaren in gebruik voor de lokale vissers, opkopers, visventers, -verwerkers én vele andere afnemers in binnen- en buitenland. Er werd echter besloten om een nieuwe laad- en losfaciliteit (loswal) beneden de dijk aan te leggen, waardoor het noodzakelijk werd om het inmiddels versleten “Goudmijntje” te vervangen. 

Op de dijk nabij de afslag worden de manden vol met vis klaargemaakt voor transport.

Een nieuwe Afslag
In 1934 gaf de Coöperatieve Afslagvereeniging G.A. ‘St. Vincentius’ de opdracht om een nieuw afslaggebouw te bouwen. Het ontwerp werd verzorgd door D. Moojen, toen woonachtig aan de Achterhaven 108 in Edam. Het betonwerk werd geleverd door N.V. Betondak uit Gorkum. De nieuwe afslag werd iets noordelijker gesitueerd dan de vorige. Een luik in de vloer van de afslag maakte het mogelijk om de vis na veiling naar de loswal te laten zakken.

Vanaf de Zuiderhaven is tijdens de bouw van de nieuwe Coöperatieve visafslag in 1935 duidelijk zichtbaar hoe het betonnen fundament en de benedendijkse loswal worden aangelegd.

In mei 1935 kon de houten bovenbouw van het nieuwe afslaggebouw worden aanbesteed aan de Volendamse aannemers Tol en Tuijp. Op zondagmiddag 8 september 1935 vond de feestelijke opening plaats van het pas voltooide gebouw, nadat het eerst was ingezegend door de pastoor. Het evenement werd bijgewoond door honderden Volendammers, waaronder de voorzitter van de coöperatieve vereniging Bruin Kwakman en diverse gemeentebestuurders. Het muziekkorps zorgde voor de muzikale begeleiding en namens de gemeente bood de burgemeester een gestoelte aan voor de afslagklok.

De afslag met bovenbouw waarop een gestoelte (torentje) werd geplaatst voor de luiklok. De originele klok werd tijdens WOII gevorderd door de Duitse bezetter.

Bij de nieuwe afslag zou zich als vanouds het schouwspel afspelen van het lossen van de vis, de schreeuwerige en hongerige vogels, de roep van de veilingmeester, het transport, de tijd van de spiering, de viskisten van trouwe afnemers. En dat alles ging gepaard met de specifieke geur die nu eenmaal rond de afslag hing. Deze activiteiten zouden de haven jarenlang een vertrouwd en levendig karakter geven. 

De viskisten van vishandel ‘Fuikie’ van de familie Tuijp. Deze familie was decennialang nauw betrokken bij het wel en wee van de afslag (foto erven Cees Veerman (Poesie)).

De besommingen (opbrengsten) en bedrijvigheid aan de afslag varieerden afhankelijk van de vraag en het aanbod. Om de vis vers te houden, werd deze indien nodig bewaard in viskisten met gaatjes, die onderaan de afslag in het water lagen.

De viskaren onderaan de afslag werden gebruikt om de vis zo vers mogelijk te houden tot het transport

Afslag als monumentale blikvanger, trefpunt, cultuurdrager én havenkantoor
Door verschillende factoren, zoals beperkingen van overheidswege, veranderingen in waterkwaliteit en de bescherming van de aalscholver, is de IJsselmeervisserij en -vloot geleidelijk aan afgenomen.

“Hij draait ervoor” gaf de veilingmeester aan, alvorens de opkopers hun portie konden bemachtigen.

Hierdoor functioneert het pand niet langer als visafslag, maar werd het in 1999 wel erkend als een Rijksmonument. Tegenwoordig maakt het deel uit van lokale evenementen, zoals de Pieperrace, Volendammer Dag en Open Monumentendag. Bovendien wordt het steeds vaker gebruikt als locatie voor culturele manifestaties en andere ideële doeleinden. Af en toe wordt er nog een symbolische veiling gehouden, bijvoorbeeld voor het goede doel, waarbij een vaatje haring of een pondje aal geveild wordt. Het naastgelegen kantoortje wordt nu gebruikt door de havenmeester van Volendam. Met deze nieuwe functies blijft de voormalige visafslag niet alleen behouden als een monumentale en karakteristieke plek aan de sfeervolle haven, maar ook als een culturele schatkamer.

Een plaatselijk kinderkoor laat van zich horen op de treden van de voormalige visafslag, nu een cultureel goudmijntje

Voor nadere informatie over de specificaties en waardering van het pand (nr. 511037) als Rijksmonument, zie https://www.monumenten.nl/.

Bronnen:
– De Nieuwe Courant van 18 februari 1902, no. 82;
– Volendam. Een plaats die verdwijnen gaat? Artikel uit de katholieke illustratie, no. 3
van 13 oktober 1926;
– Het ontstaan van de Coöperatieve Visafslag opgetekend door Jaap Zwarthoed
(Doede), in weekblad Nieuw-Volendam van 15 maart 1978;
– Volendammer stratenboek; ken je nog het Doolhof en het Zwarte Pad?: verklaring
van de officiële historische en volksnamen van de straten wijken, pleinen en
grachten te Volendam [1989], waaronder de Jaap Zwarthoedstraat, door Dick Brinkkemper (1930-2011);
– Bij tij en ontij, opkomst en neergang van een vissersvloot, 8 afl. 7 juli 1999 – 8 maart
2001, in weekblad Nieuw-Volendam, door Jan Kes (1936-2019);
– De slag om de afslag, een historische coup in 1918; 3 delen, 5 april – 19 april 2000,
in weekblad Nieuw-Volendam, door Jan Kes (1936-2019);
– Op het ritme der golven, een muzikale reis door Volendam’s verleden, Uitgeverij De
Alk, 2004 door Jan Kes (1936-2019);
– Rondom het Tolhuis, Museumjaarboek 2009, pag. 5 tot en met 31, door Jan en
André Kes;
– Opening nieuwe visafslag 75 jaar geleden, 1 september 2010, weekblad
Nieuw-Volendam, door André Kes;
– Officiële gemeentelijke stukken over diensttijd Evert Tuijp (van de Keuning) bij
gemeentelijke afslag, een interview over door Evert Tuijp (Fuikie) gevonden
gegevens, in weekblad Nieuw-Volendam van 23 november 2016;
– Stichting Odeon gaat de afslag beheren, in weekblad Nieuw-Volendam van 15 maart
2017.